In Buurtinvloeden en jeugddelinquentie. Een toets van de Sociale Desorganisatietheorie wordt ingegaan op de vraag of jonge adolescenten met gelijkaardige achtergronden (SES, immigratieachtergrond, gezinsstructuur) met verschillende frequenties delinquente handelingen stellen, afhankelijk van de buurt waarin zij wonen. Hierbij neemt de auteur de Sociale Desorganisatietheorie als uitgangspunt en schetst de evolutie van deze theorie vanuit historisch oogpunt. De auteur schetst de theoretische en methodologische kritieken die aan de grondslag lagen van het feit dat het ecologische model tijdelijk uit de belangstelling verdween. Om de centrale assumpties van de klassieke ecologische theorie te toetsen wordt gebruikgemaakt van de situationele actietheorie, een geïntegreerde informele controle/routine-activiteitenbenadering. Op basis van de theorie werden toetsbare hypothesen opgesteld over de relaties tussen buurtkenmerken en jeugddelinquentie. De auteur onderzoekt deze theorie in verschillende stappen. In een eerste stap wordt de ecologische versie van de theorie getoetst, in een tweede stap wordt een complementaire microtheorie getoetst, die als basis wordt gebruikt voor een geïntegreerde buurtcontextuele theorie ter verklaring van individuele verschillen in delinquent gedrag. Op basis van hiërarchische en niet-hiërarchische multilevel analyses komt de auteur tot de vaststelling dat de ecologische samenhang tussen buurtkenmerken en jeugddelinquentie volledig te wijten is aan de differentiële samenstelling van buurten, en dat aan buurtkenmerken geen oorzakelijke effecten kunnen worden toegeschreven. Het microgedeelte van de theorie geniet echter empirische ondersteuning. Routinegedrag gerelateerd aan de vrije tijd (‘life style risk’) is de sterkste predictor voor individuele verschillen in delinquent gedrag, maar de sterkte hiervan is afhankelijk van de mate waarin men delinquentie tolereert.
Op 19 juni 2009 heeft Lieven Pauwels de Willem Nagelprijs ontvangen voor dit doctoraal proefschrift. Deze prijs wordt driejaarlijks uitgereikt door de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie aan het beste criminologisch proefschrift aan een Nederlandse of Belgische universiteit.
In Buurtinvloeden en jeugddelinquentie. Een toets van de Sociale Desorganisatietheorie wordt ingegaan op de vraag of jonge adolescenten met gelijkaardige achtergronden (SES, immigratieachtergrond, gezinsstructuur) met verschillende frequenties delinquente handelingen stellen, afhankelijk van de buurt waarin zij wonen. Hierbij neemt de auteur de Sociale Desorganisatietheorie als uitgangspunt en schetst de evolutie van deze theorie vanuit historisch oogpunt. De auteur schetst de theoretische en methodologische kritieken die aan de grondslag lagen van het feit dat het ecologische model tijdelijk uit de belangstelling verdween. Om de centrale assumpties van de klassieke ecologische theorie te toetsen wordt gebruikgemaakt van de situationele actietheorie, een geïntegreerde informele controle/routine-activiteitenbenadering. Op basis van de theorie werden toetsbare hypothesen opgesteld over de relaties tussen buurtkenmerken en jeugddelinquentie. De auteur onderzoekt deze theorie in verschillende stappen. In een eerste stap wordt de ecologische versie van de theorie getoetst, in een tweede stap wordt een complementaire microtheorie getoetst, die als basis wordt gebruikt voor een geïntegreerde buurtcontextuele theorie ter verklaring van individuele verschillen in delinquent gedrag. Op basis van hiërarchische en niet-hiërarchische multilevel analyses komt de auteur tot de vaststelling dat de ecologische samenhang tussen buurtkenmerken en jeugddelinquentie volledig te wijten is aan de differentiële samenstelling van buurten, en dat aan buurtkenmerken geen oorzakelijke effecten kunnen worden toegeschreven. Het microgedeelte van de theorie geniet echter empirische ondersteuning. Routinegedrag gerelateerd aan de vrije tijd (‘life style risk’) is de sterkste predictor voor individuele verschillen in delinquent gedrag, maar de sterkte hiervan is afhankelijk van de mate waarin men delinquentie tolereert.
Op 19 juni 2009 heeft Lieven Pauwels de Willem Nagelprijs ontvangen voor dit doctoraal proefschrift. Deze prijs wordt driejaarlijks uitgereikt door de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie aan het beste criminologisch proefschrift aan een Nederlandse of Belgische universiteit.