Veiligheid in de virtuele wereld van cyberspace hoeft niet altijd in technische termen van informatiebeveiliging en informatica te worden begrepen. In Cybersafety overwogen vraagt de auteur aan de hand van het begrip cybersafety in twee lezingen aandacht voor de sociale dimensies van veiligheid in cyberspace. Hij volgt die benadering vanaf het begin: cyberspace heeft geen technische oorsprong, maar een culturele. Cyberspace ontstond doordat de mensheid geen onontdekte gebieden meer had en daardoor mentaal in een staat van opgeslotenheid verkeerde. De mens creëerde een nieuwe wereld binnen de bestaande ruimte: cyberspace. Er kwam weer lucht en ruimte, ook voor nieuwe vormen van normafwijkend gedrag en onveiligheid.
Dat vereist dat de samenleving methoden ontwikkelt voor gedragsregulering in cyberspace. Het grootste probleem daarbij is een tekort aan kennis, bijvoorbeeld over normafwijkend gedrag in cyberspace, over daders en slachtoffers en over de effectiviteit van maatregelen. Dit boek biedt diverse aanknopingspunten voor veiligheidsbeleid in cyberspace. Zo laat de auteur onder andere zien dat de overheid terughoudend moet zijn met technologie, dat cybercrime een alledaags verschijnsel is geworden, dat kinderen ook zelf kinderporno verspreiden en dat in ongeveer een zesdevan alle hacken- en fraudezaken de verdachte opereert vanuit het buitenland. Dergelijke bevindingen hebben belangrijke implicaties voor onder meer overheid, politie en wetgeving.
Cybersafety overwogen bestaat uit twee delen. Het eerste bevat de lectorale rede die de auteur op 19 mei 2010 hield vanwege zijn lectoraat Cybersafety aan de NHL Hogeschool en de Politieacademie. Het tweede deel bevat zijn oratie, uitgesproken op 2 september 2010 bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar op de door de NHL Hogeschool ingestelde leerstoel Politiestudies bij de Open Universiteit.Het boek is van belang voor veiligheidsonderwijs en kan tevens dienen als achtergronddocument voor het ontwikkelen van beleid inzake cybersafety.
Veiligheid in de virtuele wereld van cyberspace hoeft niet altijd in technische termen van informatiebeveiliging en informatica te worden begrepen. In Cybersafety overwogen vraagt de auteur aan de hand van het begrip cybersafety in twee lezingen aandacht voor de sociale dimensies van veiligheid in cyberspace. Hij volgt die benadering vanaf het begin: cyberspace heeft geen technische oorsprong, maar een culturele. Cyberspace ontstond doordat de mensheid geen onontdekte gebieden meer had en daardoor mentaal in een staat van opgeslotenheid verkeerde. De mens creëerde een nieuwe wereld binnen de bestaande ruimte: cyberspace. Er kwam weer lucht en ruimte, ook voor nieuwe vormen van normafwijkend gedrag en onveiligheid.
Dat vereist dat de samenleving methoden ontwikkelt voor gedragsregulering in cyberspace. Het grootste probleem daarbij is een tekort aan kennis, bijvoorbeeld over normafwijkend gedrag in cyberspace, over daders en slachtoffers en over de effectiviteit van maatregelen. Dit boek biedt diverse aanknopingspunten voor veiligheidsbeleid in cyberspace. Zo laat de auteur onder andere zien dat de overheid terughoudend moet zijn met technologie, dat cybercrime een alledaags verschijnsel is geworden, dat kinderen ook zelf kinderporno verspreiden en dat in ongeveer een zesdevan alle hacken- en fraudezaken de verdachte opereert vanuit het buitenland. Dergelijke bevindingen hebben belangrijke implicaties voor onder meer overheid, politie en wetgeving.
Cybersafety overwogen bestaat uit twee delen. Het eerste bevat de lectorale rede die de auteur op 19 mei 2010 hield vanwege zijn lectoraat Cybersafety aan de NHL Hogeschool en de Politieacademie. Het tweede deel bevat zijn oratie, uitgesproken op 2 september 2010 bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar op de door de NHL Hogeschool ingestelde leerstoel Politiestudies bij de Open Universiteit.Het boek is van belang voor veiligheidsonderwijs en kan tevens dienen als achtergronddocument voor het ontwikkelen van beleid inzake cybersafety.