Een trip langs de hagen. Onder deze noemer zijn deskundigen op het gebied van het sociaal recht uitgenodigd een bijdrage te leveren aan een bundel ter ere van het afscheid van prof. mr. J. Riphagen, na ruim twee decennia professoraat aan de Universiteit van Amsterdam. Naast zijn hoogleraarschap bekleedde Riphagen jarenlang de functie van rechter en vervolgens vice-president bij de rechtbank Rotterdam. Tegenwoordig is hij raadsheer in de Centrale Raad van Beroep. In al deze hoedanigheden liet hij de expertise vanuit de ene functie doorwerken in de andere. Ook in zijn publicaties toonde hij zich keer op keer gefascineerd door de verbinding van rechtsterreinen en de problemen die rijzen als die verbinding tekortschiet.
Voor het boek is dat thema dan ook de rode draad die door alle bijdragen loopt. Wel hebben de diverse auteurs daarbij uiteenlopende perspectieven betrokken. Aan de orde komen kwesties als de grens tussen dynamiek en bescherming, het ‘gat’ in de vangnet-ZW, de gebreken in de WGA-loonsanctie en de ongelijkheids-compensatie tussen de burger als one shotter en het bestuursorgaan als repeat player. Ook wordt een blik geworpen over de nationale haag heen. Onder die noemer wordt ingegaan op de relatie tussen socialezekerheidsrecht en mededingingsrecht, op de invloed van ‘Nederlandse’ zaken op het Europese coördinatierecht en op de doorwerking in het nationale recht van verdragsrechtelijk gegarandeerde minimumnormen.
Het resultaat is een boek dat op een geordende, maar tegelijk veelkleurige manier een inzicht biedt in actuele issues van het socialezekerheidsrecht.
Een trip langs de hagen. Onder deze noemer zijn deskundigen op het gebied van het sociaal recht uitgenodigd een bijdrage te leveren aan een bundel ter ere van het afscheid van prof. mr. J. Riphagen, na ruim twee decennia professoraat aan de Universiteit van Amsterdam. Naast zijn hoogleraarschap bekleedde Riphagen jarenlang de functie van rechter en vervolgens vice-president bij de rechtbank Rotterdam. Tegenwoordig is hij raadsheer in de Centrale Raad van Beroep. In al deze hoedanigheden liet hij de expertise vanuit de ene functie doorwerken in de andere. Ook in zijn publicaties toonde hij zich keer op keer gefascineerd door de verbinding van rechtsterreinen en de problemen die rijzen als die verbinding tekortschiet.
Voor het boek is dat thema dan ook de rode draad die door alle bijdragen loopt. Wel hebben de diverse auteurs daarbij uiteenlopende perspectieven betrokken. Aan de orde komen kwesties als de grens tussen dynamiek en bescherming, het ‘gat’ in de vangnet-ZW, de gebreken in de WGA-loonsanctie en de ongelijkheids-compensatie tussen de burger als one shotter en het bestuursorgaan als repeat player. Ook wordt een blik geworpen over de nationale haag heen. Onder die noemer wordt ingegaan op de relatie tussen socialezekerheidsrecht en mededingingsrecht, op de invloed van ‘Nederlandse’ zaken op het Europese coördinatierecht en op de doorwerking in het nationale recht van verdragsrechtelijk gegarandeerde minimumnormen.
Het resultaat is een boek dat op een geordende, maar tegelijk veelkleurige manier een inzicht biedt in actuele issues van het socialezekerheidsrecht.