LET OP: In oktober 2020 verschijnt de nieuwe druk. Meer informatie en bestellen >
Centraal in dit boek staat de wijze waarop een civiel vonnis tot stand komt. De weerbarstige materie van de stelplicht, bewijslastverdeling en bewijswaardering loopt als een rode draad door het boek. Aandacht wordt geschonken aan de rol van de rechter, de afbakening tot de procespartijen en het daarbij behorende procesrechtelijke kader. Het is een praktijkgericht boek dat beoogt op systematische wijze het alledaagse (ambachtelijke) werk van de civiele rechter helder in kaart te brengen, waarbij het denkkader dat hij toepast bij het analyseren van de processtukken en het schrijven van het vonnis centraal staat.
Het boek is primair bedoeld voor een ieder die een vonnis moet (leren) schrijven. Stapsgewijs wordt besproken hoe de rechter tot een eindvonnis komt of juist tot een tussenvonnis; wanneer hij verplicht is de rechtsgronden aan te vullen of juist doet aan verboden aanvulling van (rechts)feiten, welke regels een rol spelen bij de bewijswaardering, enzovoort. Maar ook advocaten en andere procesdeelnemers kunnen hun voordeel doen met dit boek. Door te weten wat een rechter van procespartijen verwacht - wanneer bijvoorbeeld oordeelt hij dat er (on)voldoende is gesteld of wanneer spreekt hij een ‘voorshands oordeel’ uit - kunnen zij doelmatiger procederen.
Dit boek is gemaakt in opdracht van het Studiecentrum Rechtspleging (SSR). In het boek staat vermeld dat er digitale dossiers beschikbaar zijn bij het boek. Dit materiaal is echter alleen beschikbaar voor cursisten van het SSR.
LET OP: In oktober 2020 verschijnt de nieuwe druk. Meer informatie en bestellen >
Centraal in dit boek staat de wijze waarop een civiel vonnis tot stand komt. De weerbarstige materie van de stelplicht, bewijslastverdeling en bewijswaardering loopt als een rode draad door het boek. Aandacht wordt geschonken aan de rol van de rechter, de afbakening tot de procespartijen en het daarbij behorende procesrechtelijke kader. Het is een praktijkgericht boek dat beoogt op systematische wijze het alledaagse (ambachtelijke) werk van de civiele rechter helder in kaart te brengen, waarbij het denkkader dat hij toepast bij het analyseren van de processtukken en het schrijven van het vonnis centraal staat.
Het boek is primair bedoeld voor een ieder die een vonnis moet (leren) schrijven. Stapsgewijs wordt besproken hoe de rechter tot een eindvonnis komt of juist tot een tussenvonnis; wanneer hij verplicht is de rechtsgronden aan te vullen of juist doet aan verboden aanvulling van (rechts)feiten, welke regels een rol spelen bij de bewijswaardering, enzovoort. Maar ook advocaten en andere procesdeelnemers kunnen hun voordeel doen met dit boek. Door te weten wat een rechter van procespartijen verwacht - wanneer bijvoorbeeld oordeelt hij dat er (on)voldoende is gesteld of wanneer spreekt hij een ‘voorshands oordeel’ uit - kunnen zij doelmatiger procederen.
Dit boek is gemaakt in opdracht van het Studiecentrum Rechtspleging (SSR). In het boek staat vermeld dat er digitale dossiers beschikbaar zijn bij het boek. Dit materiaal is echter alleen beschikbaar voor cursisten van het SSR.