De vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Rijksuniversiteit Groningen organiseerde op 7 oktober 2011 een congres met als thema: Werkgeversaansprakelijkheid; een grensverleggend debat! Een thema van groot belang voor de dagelijkse rechtspraktijk van welhaast elke jurist, die zich hetzij met arbeidsrecht, hetzij met letselschade bezig houdt. Het congres vond plaats kort vóórdat de Hoge Raad in november 2011 een tweetal belangrijke uitspraken wees op het terrein van artikel 7:658 en 7:611 BW te weten: HR 11 november 2011, LJN BR5253 (Rooyse Wissel) en HR 11 november 2011, LJN BR5215 (Struikelende postbode).
Vier zeer ervaren sprekers bogen zich over het brede thema van de werkgeversaansprakelijkheid dat zowel de bedrijfsongevallen als de beroepsziekten omvat. Mw. mr. dr. A.T. Bolt (Nysingh advocaten-notarissen, Arnhem) beet het spits af met haar bijdrage ‘Pijnpunten in het systeem van werkgeversaansprakelijkheid’. Zij accentueerde in haar betoog het belang van artikel 7:658 in vergelijking met artikel 7:611. Na haar kwam – zoals gebruikelijk op de Groningse letselschadecongressen – een rechter aan het woord. Ditmaal mr. C.M. Aarts, senior raadsheer Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, die betrokken was bij tal van Bossche uitspraken over deze materie. Zijn referaat had als titel: ‘De zorgeloze werknemer’.
In het middagdeel staken de congresgangers de grens over. Prof. dr. B. Weyts, hoofddocente Universiteit Antwerpen, tevens advocaat bij Linklaters te Brussel, zette uiteen hoe het Belgische recht deze complexe problematiek benadert: ‘De Belgische regeling inzake arbeidsongevallen: lessen voor Nederland?’.
Prof. mr. T. Hartlief, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Maastricht, sloot met een indrukwekkend betoog onder de titel ‘Vergoeding van arbeidsgerelateerde schade anno 2013’ het lezingengedeelte af.
De kern van deze bundel vormt een weerslag van de vier gehouden referaten, uiteraard in geactualiseerde vorm, waarbij tevens de Novemberarresten van 2011 werden meegenomen. Aan de vier opstellen is een tweetal bijdragen toegevoegd. Mr. dr. Y.C.K. Waterman (Waterman
Legal Consultancy, Wouwse Plantage) schreef een bijdrage over de wettelijke regelingen met betrekking tot beroepsziekten in Europees perspectief onder de titel ‘De treurige (rechts-)positie van het Nederlandse slachtoffer van een beroepsziekte’.
De ervaren advocaat mr. dr. R.D. Lubach (Houthoff Buruma advocaten, Amsterdam) verzorgde ditmaal de Uitleiding. Dit boek is voor zowel de rechtswetenschap als de rechtspraktijk van groot belang. Want wie aan de weg timmert, moet zijn vak bijhouden.
De bundel staat onder redactie van prof. mr. F.T. Oldenhuis (vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht, RUG) en mr. H. Vorsselman (PlasBossinade advocaten, Groningen).
De vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Rijksuniversiteit Groningen organiseerde op 7 oktober 2011 een congres met als thema: Werkgeversaansprakelijkheid; een grensverleggend debat! Een thema van groot belang voor de dagelijkse rechtspraktijk van welhaast elke jurist, die zich hetzij met arbeidsrecht, hetzij met letselschade bezig houdt. Het congres vond plaats kort vóórdat de Hoge Raad in november 2011 een tweetal belangrijke uitspraken wees op het terrein van artikel 7:658 en 7:611 BW te weten: HR 11 november 2011, LJN BR5253 (Rooyse Wissel) en HR 11 november 2011, LJN BR5215 (Struikelende postbode).
Vier zeer ervaren sprekers bogen zich over het brede thema van de werkgeversaansprakelijkheid dat zowel de bedrijfsongevallen als de beroepsziekten omvat. Mw. mr. dr. A.T. Bolt (Nysingh advocaten-notarissen, Arnhem) beet het spits af met haar bijdrage ‘Pijnpunten in het systeem van werkgeversaansprakelijkheid’. Zij accentueerde in haar betoog het belang van artikel 7:658 in vergelijking met artikel 7:611. Na haar kwam – zoals gebruikelijk op de Groningse letselschadecongressen – een rechter aan het woord. Ditmaal mr. C.M. Aarts, senior raadsheer Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, die betrokken was bij tal van Bossche uitspraken over deze materie. Zijn referaat had als titel: ‘De zorgeloze werknemer’.
In het middagdeel staken de congresgangers de grens over. Prof. dr. B. Weyts, hoofddocente Universiteit Antwerpen, tevens advocaat bij Linklaters te Brussel, zette uiteen hoe het Belgische recht deze complexe problematiek benadert: ‘De Belgische regeling inzake arbeidsongevallen: lessen voor Nederland?’.
Prof. mr. T. Hartlief, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Maastricht, sloot met een indrukwekkend betoog onder de titel ‘Vergoeding van arbeidsgerelateerde schade anno 2013’ het lezingengedeelte af.
De kern van deze bundel vormt een weerslag van de vier gehouden referaten, uiteraard in geactualiseerde vorm, waarbij tevens de Novemberarresten van 2011 werden meegenomen. Aan de vier opstellen is een tweetal bijdragen toegevoegd. Mr. dr. Y.C.K. Waterman (Waterman
Legal Consultancy, Wouwse Plantage) schreef een bijdrage over de wettelijke regelingen met betrekking tot beroepsziekten in Europees perspectief onder de titel ‘De treurige (rechts-)positie van het Nederlandse slachtoffer van een beroepsziekte’.
De ervaren advocaat mr. dr. R.D. Lubach (Houthoff Buruma advocaten, Amsterdam) verzorgde ditmaal de Uitleiding. Dit boek is voor zowel de rechtswetenschap als de rechtspraktijk van groot belang. Want wie aan de weg timmert, moet zijn vak bijhouden.
De bundel staat onder redactie van prof. mr. F.T. Oldenhuis (vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht, RUG) en mr. H. Vorsselman (PlasBossinade advocaten, Groningen).